Dierproeven afschaffen? “Test maar op mensen”

Telkens het op sociale media over proefdieren gaat, wordt geopperd dat we dit soort experimenten eenvoudig weg kunnen vervangen door op gevangen, criminelen, verkrachters, pedofielen en ga zo maar voort, te testen. De opmerking kan in veel gevallen op heel wat likes en bijval rekenen van tegenstanders van dierproeven.

Los van het ethische vraagstuk, zijn testen op gevangen helemaal geen oplossing voor de proefdierproblematiek. Biomedisch onderzoek met dieren gaat namelijk om heel wat meer dan even testen of een bepaald stofje schadelijk is. In Vlaanderen wordt slechts een beperkt deel van de proefdieren ingezet voor dit soort (biomedisch) veiligheidsonderzoek, waarin de werking, veiligheid en/of schadelijkheid van nieuwe middelen wordt nagegaan. In het overgrote deel van de gevallen gaat het om meer fundamenteel basisonderzoek, waarin we de werking van het lichaam, een bepaald orgaan, eiwit of stukje genetisch materiaal willen ontrafelen. Op die manier willen we leren een gezond lichaam functioneert, en hoe en waar het misloopt bij ziektes.

Genetisch onderzoek?

In dierproeven met muizen gebruikt men bijvoorbeeld voor eenzelfde proef doorgaans muizen uit hetzelfde nest, broers en zussen dus, die qua erfelijk materiaal heel gelijkaardig zijn. Zo kunnen onderzoekers zeker zijn dat de verschillen tussen de dieren met of zonder behandeling wel echt te wijten zijn aan de behandeling en niet aan individuele verschillen tussen de dieren.

Die “behandeling” kan van alles zijn: een bepaalde verandering in voedingspatroon, een nieuw kandidaat geneesmiddel, maar in fundamenteel onderzoek kijkt men heel vaak naar een specifiek eiwit of stukje DNA dat gewijzigd is. Dit kan in dieren die speciaal zo gekweekt worden, maar is voor gevangen natuurlijk onmogelijk—we kunnen gevangenen niet kweken en al helemaal niet genetisch modificeren.

Medische voorgeschiedenis?

Muizen en andere proefdieren worden gehuisvest en verzorgd in een animalium, waar ze gecontroleerd voedsel krijgen, waar de temperatuur en de vochtigheidsgraad op punt staan, waar alle kooien even groot zijn… Voor iedere muis weten we of ze al is ingezet in eerdere proeven of niet, of ze ziek is enzovoort.

Gevangenen (en bij uitbreiding iedere grote groep met mensen) verschillen heel erg naargelang waar ze vandaan komen, waar ze opgroeiden, hun medische voorgeschiedenis, hun leeftijd enzovoort. Dat is ook precies de reden waarom klinische studies in mensen (die altijd gebeuren voor nieuwe medicatie trouwens) zo’n groot deelnemersveld nodig hebben. Hoe meer variatie binnen de groep, hoe moeilijker het is om een specifiek effect vast te stellen. Dankzij de meer gestandaardiseerde omgevingsfactoren en kweekprogramma’s van proefdieren kan net een minimum aantal dieren ingezet worden.

Beslissingsrecht?

Mensen kunnen zelf toestemming geven, maar proefdieren wordt dit “beslissingsrecht” ontzegt. Dat is inderdaad zo. De dieren kiezen er zelf niet voor om deel te zijn van een experiment, terwijl mensen dit wel zouden kunnen doen. Niet invasief onderzoek gebeurt ook vaak met menselijke deelnemers.

Toch houdt dit argument ook geen steek als het om gevangenen gaat, die allicht heel wat minder te vinden zijn voor dit idee. Wat doe je trouwens opnieuw met onderzoek naar ziekteprocessen, wanneer het niet gaat over mogelijke neveneffecten of schadelijkheid van een nieuw medicijn?
In het Alzheimer onderzoek proberen wetenschappers bijvoorbeeld een beeld te krijgen van wat er misloopt in de eerste fases van het ziekteproces, nog voor de symptomen van vergeetachtigheid de kop op steken. In muizenmodellen kunnen we gaan kijken naar hoe de hersenen aftakelen op verschillende leeftijden. Het zal echter moeilijk worden om bijvoorbeeld volwassen, gezonde kinderen van mensen met Alzheimer te vinden, die graag hun leven zouden geven zodat onderzoekers eens even kunnen kijken of er ook in hun hersenen al wat schade te zien is.

Als we vinden dat dit niet kan voor mensen, waarom zouden we het dan minder erg vinden voor dieren? Dat is een terechte vraag, en het valt niet te ontkennen dat wie proefdieronderzoek tolereert, daarmee impliciet het leven van de mens boven dat van een dier zet. Die ethische discussie ligt moeilijk, maar in een maatschappij waarin meer dan 90% van de mensen vlees comsumeert lijkt het ons enorm hypocriet om het doden van dieren voor biomedisch onderzoek te gaan verbieden. Heeft in jouw ogen een dier net zoveel rechten als de mens, wees dan consequent voor jezelf en draag de gevolgen van die keuze: als je je hebt laten vaccineren voor wat dan ook, als je soms een pilletje tegen de hoofdpijn neemt, als je ooit kanker krijgt—we hopen van niet—weet dan dat zo goed als alle medische behandelingen steunen op fundamenteel of toegepast onderzoek met dieren.

Diergeneeskunde?

Een belangrijk deel van de dierproeven die in ons land uitgevoerd worden, zeker als het gaat om grotere dieren zoals honden of katten, zijn ook specifiek voor dierengeneeskundig onderzoek. Net zoals we in klinische studies bij mensen testen, moeten behandeling voor dieren op de diersoort in kwestie uitgetest worden. Als je als dierenvriend soms met je trouwe viervoeter naar de dierenarts gaat en daar een pilletje of inenting krijgt, bedenk dan dat ook hier dierproeven aan te pas kwamen.

Zijn er genoeg?

“Er zijn genoeg” gevangen, criminelen, verkrachters—noem maar op—lees je vaak. Maar is dat wel zo? Een onderzoeker deed de berekening eens voor het Verenigd Koninkrijk, waar ongeveer een vierde van de gevangenen (zo’n 20.000 personen) vast zat voor langer dan vier jaar. Zelfs als je die allemaal zou inzetten, en even hogergenoemde problemen zou negeren, dan zou dat onvoldoende zijn om alle proefdieren in het VK te vervangen.

Wat kunnen we dan wel doen?

We kunnen blijven werken aan alternatieve methoden zodat dierproeven steeds meer een uitzondering zullen worden. Betere beeldvormingstechnieken of het kweken van menselijke weefsels geven onderzoekers steeds meer opties om een biologisch proces of ziekte te modelleren, maar toch zullen we allicht nooit helemaal zonder kunnen.

In plaats van dit soort commentaar online te plaatsen,

  • Stel je kritische vragen aan een wetenschapper, misschien zal zijn of haar empathie voor dierenleed je wel verbazen?
  • Steun organisaties die inzetten op alternatieve methoden, zoals Stichting Proefdiervrij, het is veel productiever dan online verwijten posten
  • Lees hoe je zelf zo “proefdiervrij” mogelijk door het leven kan gaan.

Ben je op zoek naar meer informatie? Bekijk onze website www.proefdieronderzoek.be