Groen, Ecolo en MR slaan in Brussel de handen in elkaar om dierproeven af te bouwen (DS online 16 januari) . Eerder stelde Groen al voor om dat ook in Vlaanderen te doen. Hoewel iedere onderzoeker die ik ken initiatieven om dierenleed aan te pakken toejuicht, kunnen de voorstellen niet overtuigen. Ze gaan bovendien al te vaak gepaard met uitspraken die simpelweg niet kloppen.
Quota kunnen ertoe leiden dat bedrijven een deel van hun onderzoek naar landen als China verhuizen, waar de wetgeving rond dierenwelzijn heel wat minder voorstelt. We kunnen ons dan in België op de borst kloppen omdat het aantal proefdieren daalt, maar in werkelijkheid neemt het dierenleed wel toe. Tegelijk helpt een groot deel van de bevolking jaarlijks geld in te zamelen voor biomedisch onderzoek, via organisaties als Kom op tegen Kanker, de ALS Liga of de Stichting Alzheimer Onderzoek. Meer geld leidt tot meer onderzoek en kan dus ook een stijging in het aantal proefdieren veroorzaken, ook al gebruiken we steeds meer alternatieven.
Optimisme
Met quota moeten we voorzichtig zijn. Natuurlijk is er geen direct lineair verband tussen medische vooruitgang en het aantal proefdieren. De technologie staat niet stil en we kunnen steeds meer, op steeds verfijndere manieren. Als onderzoekers volgen we de Europese wetgeving die ons verplicht om waar het kan zonder levend weefsel te werken, en als dat niet kan enkel in cellen of anders met lagere diersoorten. De ethische commissies waken erover dat we geen dierproef uitvoeren als er een alternatief beschikbaar is.
We kunnen inderdaad een versnelling hoger schakelen in het ontwikkelen van nieuwe alternatieven. Met meer financiële middelen kunnen we meer doen, zoals ook Nadine Lucas van Animal Rights onlangs in Knack stelde. Onderzoek zoals dat van Vera Rogiers (VUB), dat Céline Delforge van Ecolo aanhaalt in bovenstaand artikel, is hierbij essentieel. Helaas is het optimisme nogal overroepen. Stellen dat een alternatief voor toxicologische testen zomaar alle proefdieren overbodig maakt, zoals Delforge doet, is wel heel ver van de waarheid. Ook celculturen hebben dierlijk serum nodig en wat met al het andere onderzoek waar momenteel proefdieren voor gebruikt worden? Van politici die een oplossing voorstellen, verwacht ik ten minste dat ze het probleem begrijpen.
Rondjes draaien
Elke vooruitgang is een stap in de goede richting, maar zeggen dat we snel in een proefdiervrije wereld zullen leven zonder enorm in te boeten op het vlak van medische zorgen, is een utopie. Dit heeft niets te maken met de mentaliteit van wetenschappers, zoals Bart Caron beweert (DS 11 januari) . Er zijn voldoende onderzoekers die willen meewerken aan een constructieve discussie, maar die zal nooit plaatsvinden als we rondjes blijven draaien op basis van onjuiste uitspraken en hopeloze versimpelingen van het hoe en waarom van dierproeven.
—
Dit artikel verscheen op 19 januari in De Standaard.