Knack kopte deze week op Wereldproefdierendag een quote van dierenarts André Menache: ‘Dierproeven zijn minder betrouwbaar dan een muntje tossen’. Hij werd geïnterviewd door Annick Hus en stelde de zin van dierproeven aan de kaak. Karine Breckpot, professor in de Medische Wetenschappen aan de VUB, pleitte voor enige nuance en deelde de analyse van Menache niet.
Het interview met Menache werd ook in het Franstalige Le Vif gepubliceerd. Daarop kropen onderzoekers aan de overzijde van de taalgrens in hun pen. Meer dan 50 wetenschappers ondertekenden een open brief waarin ze stelden dat het originele artikel ‘fake news’ bracht.
Het originele stuk werd ettelijke keren gedeeld (NL/FR), de reactie verscheen voorlopig enkel in het Frans. Hieronder een vertaling naar het Nederlands.
De muis, de patiënt en de nepdeskundige
Knack publiceerde op 25 april een interview met Dr. André Menache die beweert dat preklinisch onderzoek met dieren of zelfs wetenschappelijk onderzoek met dieren totaal nutteloos is. Hiermee wordt de publieke opinie gestuurd op basis van heel wat niet correcte informatie. Fake nieuws, dus.
Dr. Menache wordt voorgesteld als een gerenommeerde dierenarts en wetenschappelijk adviseur gespecialiseerd in de ethische wetgeving en dierlijke wetenschappen. Dr. Menache heeft een diploma als dierenarts, maar hij heeft nooit onderzoek gedaan. Hij heeft enkel kritische bijdragen over dierproeven gepubliceerd tijdens zijn carrière (19 items opgenomen in de biomedische database PubMed, zie https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed?term=M%C3%A9nache%20A%5BAuthor% 5D). Hij vertegenwoordigt eigenlijk de “gewapende vleugel” van het dierenrechtenactivisme: verenigingen die zichzelf uitroepen als “wetenschappelijk” om zo op ogenschijnlijk wetenschappelijk legitieme wijze een einde te maken aan dierproeven.
Maar dit is slechts van secundair belang. Het grootste probleem is dat het hele argument in het interview met Menache gebaseerd is op valse gegevens en onwaarheden. Laten we er hier een paar benadrukken.
1) “Wallonië wil dierproeven beëindigen.”
Er is niets in die richting te vinden in de recente verklaringen van de minister Carlo di Antonio, verantwoordelijk voor dierenwelzijn in Wallonië, noch in de standpunten die hij formuleerde naar aanleiding van de discussie rond de Waalse Code voor dierenwelzijn, ook niet na reacties van Waalse universiteiten en de Koninklijke Academie van Geneeskunde. Beschikt Menache over andere informatie of is het gewoon nepnieuws?
Dierproeven gebeuren in Wallonië onder strikt gereguleerde omstandigheden en gebeurt, net als in de rest van ons land en elders voor onderzoeksdoeleinden.
2) “Er zijn alternatieven voor dierproeven.”
Er zijn inderdaad alternatieven methoden, maar slechts voor een beperkt aantal toepassingen. Deze alternatieve methoden worden steeds gebruikt wanneer het wetenschappelijk haalbaar is, maar het blijft voorlopig wetenschappelijk onmogelijk om bijvoorbeeld de impact van een nieuwe behandeling voor een ziekte in celkweken of via een wiskundig model te beoordelen. We kunnen alleen wat we al kennen in detail modelleren en dit is helemaal niet het geval voor de biologie van gewervelde dieren, inclusief de mens.
3) “Onderzoek leidt niet tot de ontwikkeling van behandelingen in de geneeskunde of diergeneeskunde.”
Dit is een poging tot puur en eenvoudig historisch revisionisme. Veruit de meeste vooruitgang in de geneeskunde is bereikt dankzij dierproeven. Dat we langer (en gezonder) leven in de afgelopen 50 jaar getuigt van deze vooruitgang en het verband met proefdieronderzoek is maar al te voor de hand liggend. Een gedetailleerd overzicht is te vinden in een recent gepubliceerd artikel in het tijdschrift Journal of Scientific Questions (Wall E. 2017. Het dierproeven in kwestie vlucht 188 (2): 129-156) maar kan hier wegens ruimtegebrek niet worden herhaald.
Enkele voorbeelden: het verband tussen microben en infectie, de werking van penicilline, de ontwikkeling van technieken om orgaanafstoting na transplantatie te voorkomen, insuline om diabetes te behandelen, enz.
4) “Gegevens bekomen in dierenmodellen kunnen niet worden geëxtrapoleerd naar mensen.”
Er zijn natuurlijk specifieke gevallen waarin een waarneming bij dieren niet kan worden geëxtrapoleerd naar mensen, maar dit zijn uitzonderingen die voortdurend worden herhaald door de tegenstanders van dit onderzoek, terwijl ze vrijwillig de duizenden tegenvoorbeelden waarbij dierproeven de sleutel waren voor doorbraken in de geneeskunde. Het tegenovergestelde van een wetenschappelijke houding, waarin juist de voor- én tegenargumenten naast elkaar gelegd en afgewogen worden.
Bovendien gaat het hier niet alleen om het verdedigen van preklinisch onderzoek, maar ook om fundamenteel onderzoek naar de biologische werkingsmechanismen van alle levende wezens. Dit onderzoek vormt de conceptuele basis voor alle volgende klinische ontwikkelingen en het is onmogelijk om te voorspellen waar de fundamentele ontdekkingen zullen vandaan komen die zullen zorgen voor een revolutie in de geneeskunde van morgen. Fundamenteel onderzoek kan onze samenleving ook diepgaand veranderen. Een voorbeeld? Fundamenteel onderzoek heeft een paar jaar geleden de zeer gevoelige aard en grote intelligentie van inktvissen onthuld. Wie zou dit hebben voorspeld? Sindsdien is deze soort opgenomen in de lijst van ‘dieren van bijzondere zorg’ met betrekking tot pijngevoeligheid bij dierproeven.
5) “Onderzoekers zullen sneller geld krijgen als ze vermelden dat ze dieren gebruiken.”
Er bestaat geen enkele aanwijzing dat fondsenwerving gemakkelijker (of sneller?) zou gaan voor een onderzoeksvoorstel waarin dierproeven opgenomen zijn. Dit is puur die niet gebaseerd is op de objectieve realiteit. Het is oneerlijk en aanstootgevend om aan het grote publiek te suggereren dat onderzoekers de methodes (in dit geval het gebruik van dierproeven) van hun onderzoeksprojecten op basis van een financieel voordeel zouden kunnen kiezen. Wetenschappers zijn vaak heel nieuwsgierige mensen, die het functioneren van de levenden willen begrijpen met het doel de menselijke of dierlijke geneeskunde vooruit te helpen. Proefdieronderzoek is momenteel streng gereglementeerd in Wallonië en in de hele Europese Unie (zie het artikel van Marc Vandenheede gepubliceerd in Vif) en wordt uitgevoerd met respect voor de dieren en biedt leefomstandigheden die vaak hoger zijn dan in andere landen. Deze wetgeving en de bijbehorende controles leiden tot veel praktische beperkingen, administratieve lasten en aanzienlijke financiële kosten die onderzoekers zeker graag zouden vermijden als er een alternatief zou zijn voor dierproeven.
Vandaag laten we verenigingen aan kinderen uitleggen dat de huidige wetenschappelijke methodologie waardeloos is en dat fundamenteel onderzoek een soort van gratuite, ongezonde en zelfs wrede nieuwsgierigheid is.
De opmerkingen van Dr. André Menache zijn dus niet gebaseerd op enige objectieve realiteit en moeten worden gecorrigeerd om het publiek niet een volledig bevooroordeelde visie te geven van wat proefdieronderzoek inhoudt anno 2018. Iets gedurende 40 jaar stellig herhalen, of je boodschap verspreiden en zelfs miljoenen mensen overtuigen, maakt het nog geen wetenschappelijke waarheid. Vox populi, vox dei is niet van toepassing in de wetenschap. De Europese Commissie weigerde om richtlijn 2010/63 op vraag van Menache in 2015 na het beroemde burgerinitiatief ‘Stop Vivisection’ te schrappen. U hoeft maar de openbare hoorzitting te herlezen of herbeluisteren om te begrijpen dat zijn simplistische argumenten niet genoeg waren om Europese vertegenwoordigers te overtuigen… Het lijkt wel heel makkelijk om dat af te schuiven op een samenzwering of incompetentie van Europarlementsleden.
Maar er zijn nog ernstigere problemen dan de onwaarheden van André Menache en consorten die in de pers verschijnen. Veel anti-proefdierorganisaties brengen ook hun campagnes naar de schoolbanken. Als we de site van GAIA mogen geloven, zou de beroemde video van hun undercover “onderzoek” in het VUB animalium regelmatig worden getoond aan kinderen. Ondertussen zouden zo’n 35.000 studenten hun campagnes al gezien hebben… Dit zal onvermijdelijk de interesse van toekomstige studenten voor biologie en wetenschap in het algemeen beïnvloeden. In 2007 zorgde de verspreiding van een “creationistische atlas” tot een shock aan verschillende universiteiten en werd de wetenschappelijke gemeenschap gemobiliseerd. Vandaag laten we verenigingen aan kinderen uitleggen dat de huidige wetenschappelijke methodologie waardeloos is en dat fundamenteel onderzoek een soort van gratuite, ongezonde en zelfs wrede nieuwsgierigheid is, die niets te maken heeft met het vergroten van het bewustzijn van respect en de bescherming van het dier… Het is misschien tijd om te reageren en dierproeven beter te kaderen.
Met deze doelstelling reageren wij vandaag.
Deze brief werd ondertekend door:
Julie Bakker, Directeur de recherches FNRS, ULiège
Jacques Balthazart, Chargé de cours honoraire, ULiège
Frédéric Baron, Professeur, ULiège
Yves Beguin, professeur ordinaire, ULiège
Lucien Bettendorff, Maître de Recherches FNRS, ULiège
Cédric Blanpain, Professeur Ordinaire, ULB
Fabrice Bureau, professeur ordinaire, ULiège
Jo Caers, Professeur, ULiège
Patrice Cani, Maître de Recherche FNRS, UCL
Didier Cataldo, Professeur ordinaire, ULiège
Charlotte Cornil, Maître de Recherches FNRS, ULiège
Cécile Clercx, Professeur ordinaire, ULiège
Rudy Cloots, Professeur, Vice-Recteur Recherche, ULiège
Alain Colige, Maître de Recherches FNRS, ULiège
Georges Daube, Professeur ordinaire, ULiège
Olivier De Backer, Professeur Ordinaire, UNamur
Alban de Kerchove d’Exaerde, Directeur de Recherche FNRS, ULB
Daniel Desmecht, Professeur Ordinaire, ULiège
Christophe Desmet, Chercheur Qualifié FNRS, ULiège
Xavier De Tiège, Chargé de Cours, ULB Erasme
Olivier Detry, Professeur CHU, ULiège
Pierre Drion, Professeur Ordinaire, ULiège
Decio L. Eizirik, Professeur Ordinaire, ULB
Jean Michel Foidart, Secrétaire perpétuel de l’Académie Royale de Médecine de Belgique
Françoise Gofflot, Professeur, UCL
Luc Grobet, Professeur, ULiège
Julien Hanson, Chercheur Qualifié FNRS, ULiège
Roland Hustinx, Professeur CHU, ULiège
François Jouret, Chef de Clinique, ULiège
Jean François Kaux, chargé de cours, ULiège
Mikhaïl Kissine, Chargé de Cours, ULB
Bernard Lakaye, Chercheur Qualifié FNRS, ULiège
Patrick Laurent, Chercheur Qualifié, ULB
Frédéric Lemaigre, Professeur Ordinaire, UCL
Oberdan Léo, Professeur, ULB
Pierre Leprince, Chercheur Qualifié FNRS, ULiège
Brigitte Malgrange, Directrice de recherches FNRS, ULiège
Christophe Moreno, Professeur Erasme, ULB
André Moens, Professeur, UCL
Muriel Moser, Directrice de recherches FNRS, Doyenne Sciences, ULB
Eric Muraille, Maître de recherche FNRS, ULB.
Laurent Nguyen, Maître de Recherches FNRS, ULiège
Marc Parmentier, Professeur Ordinaire, Prix Francqui, ULB
Philippe Peigneux, Professeur Ordinaire, ULB
Jacques Piette, Directeur de Recherches FNRS, ULiège
Daniel Portetelle, Professeur ordinaire honoraire, ULiège
Régis Radermecker, Chargé de cours, ULiège
Bernard Rentier, Professeur ordinaire, Recteur Honoraire, ULiège
Laurence Ris, Professeur, UMons
René Rehzohazy, Professeur Ordinaire, UCL
Bernard Rogister, professeur ordinaire, ULiège
Claude Saegerman, professeur ordinaire, ULiège
Marco Schetgen, Professeur, Doyen Médecine, ULB
Serge Schiffmannn, Professeur Ordinaire, Vice-Recteur Recherche, ULB
Stéphane Schurmans, professeur ordinaire, ULiège
Vincent Seutin, professeur ordinaire, ULiège
Ezio Tirelli, Professeur ordinaire, ULiège
Fadel Tissir, Directeur de Recherche FNRS, UCL
Pierre Vanderhaeghen, Professeur Ordinaire, Prix Francqui, ULB
Wim Vanduffel, Professeur, Harvard U & KUL
Alain Vanderplasschen, professeur ordinaire, ULiège
Gilbert Vassart, Professeur Emerite, Prix Francqui, ULB
Rufin Vogels, Professeur, KUL
Marianne Voz, Chercheuse Qualifiée FNRS, ULiège
José Wavreille, professeur invité, ULiège
Valérie Wittamer, Chercheuse Qualifiée FNRS, ULB